Het is vroeg als ik naar het station loop. Het is nog een beetje schemerig en achter de ramen zie ik hoe het ontbijt snel wordt opgegeten en de laptop op de keukentafel weer wordt aangeslingerd. We leven in een vreemde wereld… Mijn trein vertrekt over negen minuten. Ik versnel mijn pas om er zeker van te zijn dat ik mijn trein niet mis. Mijn eerste bestemming van de dag is Schiphol. Je weet wel: de plek die je bezoekt als je op vakantie gaat. Voor mij geen vakantie. Ik stap in het vliegtuig om weer samen te zijn met mijn liefde. Ook in tijden van het coronavirus.
Dan heb je opeens een digitale relatie…
Het is het afgelopen jaar een hele uitdaging geweest om samen te kunnen zijn met mijn vriend, die in Spanje woont. Na de introductie van het coronavirus kwam het vliegverkeer al snel tot stilstand en was het praktisch onmogelijk om elkaar in levende lijve te zien. Tijdens deze eerste lockdown hebben we elkaar vier maanden niet gezien. Ik vierde mijn verjaardag zonder hem. Ik verloor mijn baan. Vond een nieuwe baan. En moest hem missen op de momenten dat ik een extra knuffel had kunnen gebruiken of graag samen had willen dansen van vreugde. We hebben er in die periode het beste van gemaakt, maar één ding was duidelijk: dit doen we niet nog een keer.
#LoveIsNotTourism
Toen de vliegtuigen weer gingen vliegen en reizen weer mogelijk werd, was er veel discussie en onzekerheid. Het reisadvies van het ministerie van Buitenlandse Zaken kon ineens veranderen; het woord ‘noodzakelijk’ had ineens meerdere en verschillende definities; en ook al konden we elkaar weer zien, het was er niet makkelijker op geworden. In een ideale wereld zou een van ons naar de ander gevlogen zijn en daar gebleven zijn. Helaas was dat geen optie en zat er maar één ding op als we elkaar toch wilden blijven zien: heen en weer blijven vliegen.
Gelukkig is er vanuit de regeringen redelijk wat begrip voor lange-afstandsrelaties en merk ik dat steeds meer mensen beginnen te begrijpen dat liefde niet hetzelfde is als toerisme. Maar dan ben je er nog niet. Om te kunnen vliegen, moet je door heel wat hoepels springen. Enerzijds is dat logisch, want het zet een rem op alle gekkies die een strandvakantie noodzakelijk vinden. Maar tegelijkertijd maakt dat het hebben van een lange-afstandsrelatie in tijden van het coronavirus nóg ingewikkelder. Inmiddels zijn we op het punt aanbeland dat je voor één (retour) trip zo’n vier negatieve coronatesten en drie officiële verklaringen nodig hebt. Op een gegeven moment was ik in één week drie keer getest. Je hebt er een flinke portemonnee en een lange adem voor nodig.
Vooral heel veel stress
Als je mij vraagt wat voor mij de grootste persoonlijke strijd is tijdens de corona-crisis, is dat niet het reizen zelf, maar vooral alle stress die daarbij komt kijken. We reizen uit liefde, maar alles eromheen heeft weinig tot niets meer met liefde te maken. Het aantal negatieve ervaringen is niet meer op twee handen te tellen. Nieuwssites zijn de grootste ‘anxiety triggers’ ooit geworden en bij elke e-mailnotificatie of sms staat mijn hart even stil. “Belangrijke informatie over uw vlucht” Oh, nee… Zullen ze weer een vlucht geannuleerd hebben? Om vervolgens de zoveelste uitleg te krijgen over het dragen van een mondmasker, het invullen van alle benodigde formulieren, etc.
En als de stress niet veroorzaakt wordt door corona, lockdowns, paniekcommunicatie, geannuleerde vluchten of alle trammelant rondom negatieve coronatesten, dan wordt de stress alsnog wel gecreëerd door een kapot vliegtuig op kerstavond of een laag sneeuw van 20 centimeter op een plek waar ze eens in de 50 jaar sneeuw zien; Madrid in dit geval.
Iedereen vecht zijn eigen strijd
We zitten nu al bijna een jaar aan huis gekluisterd en zijn meer dan ooit op onszelf aangewezen. Van gezinnen die een evenwicht proberen te vinden tussen werk en school en verlangen naar een moment van rust voor zichzelf, tot eenzame senioren of jongeren die langzaam de muren op zich af zien komen. Iedereen vecht zijn eigen strijd. Wij ook, en we zijn hem aan het winnen.